… de telling …

De telling vertoont grote overeenkomsten met tennis.
Acht behaalde punten (dus vier winstslagen) vormen een “eerst” (wat vergelijkbaar is met een game bij tennis). Twee eersten vormen samen een spel. Het partuur dat het eerst zes eersten (oftewel drie spellen) heeft behaald, heeft gewonnen.

Het grote verschil met tennis is dat er geen “deuce” of “tiebreak” kan ontstaan: bij de stand 6-6 in punten in het eerst, is het eerst (game) voor het partuur dat het eerst twee punten maakt.
En bij de stand 5-5 in eersten en 6-6 in punten (“alles aan de hang”) is de winst voor het partuur dat het eerst twee punten maakt. In dat opzicht is de telling bij kaatsen directer dan tennis, het spel daarenteger is door de mogelijkheid van onbesliste slagen (kaatsen) juist indirecter.

De telling wordt bijgehouden op een zogenoemde ’telegraaf’. Dit is een drie-armig frame van metaal of hout. Op de onderste arm worden de punten van het eerst bijgehouden: 2-4-6-eerst. Op de middelste arm worden de eersten bijgehouden.Zodra twee eersten zijn behaald wordt op de bovenste arm een spel opgehangen. Soms worden ook de eerste en tweede kaats met een apart wit en rood bordje aangeduid aan de voorkant van de telegraaf. 
De punten van de eerste opslagpartij worden aan de rode zijde bijgehouden (“laagste nummer is rood”), die van het andere partuur aan de witte zijde.