Twee parturen stellen zich op …

Twee parturen gaan hun beginpositie innemen op het speelveld.
Het partuur met het laagste nummer op de wedstrijdlijst begint als opslagpartij te serveren (“op te slaan / opslag”) en krijgt de kleur rood op “de telegraaf” (scorebord).

In dit partuur zijn twee spelers die de opslag verzorgen, de eerste opslager (“voor best” opslager) en de tweede opslager (“voor minst” opslager). Tijdens het spel mogen de spelers van opslagfunctie wisselen, zolang ze in een “eerst” nog niet eerder een opslagfunctie hebben vervuld.

Het partuur met het hoogste nummer op de wedstrijdlijst begint als uitslagpartij (retourneren) en krijgt de kleur wit op de telegraaf. Van dit partuur zijn er twee spelers die achter elkaar plaats nemen in het perk, de zogenoemde “voorinse” en “achterinse”. Zij dragen een leren handschoen (“kaatswant”) om het uitslaan te vergemakkelijken. Bij de perkfunctie mag tijdens het spel onbeperkt worden gewisseld.