Brussel 1645 Gedicht uit 1668 Kaatsen is één van de oudste gereglementeerde sporten die in Nederland beoefend wordt. Een aantal aan het kaatsen ontleende uitdrukkingen illustreert de verwevenheid van het kaatsen met het maatschappelijk leven door de eeuwen heen. Bijvoorbeeld “wie kaatst, kan de bal verwachten” of “zij kaatsen elkaar de bal toe”. Hoewel er thans hoofdzakelijk in Friesland gekaatst wordt, is kaatsen van oorsprong geen exclusief Fries spel. Dit blijkt ook uit het feit dat men in diverse landen in Europa en Zuid-Amerika varianten van het kaatsspel beoefent.

 

 

Kaatsspel op het KloosterKaatsbaan Harderwijk De oude Grieken en Egyptenaren speelden in de oudheid reeds een balspel dat grote overeenkomsten vertoonde met het huidige kaatsen. Via de Romeinen is het spel in de rest van Europa en Nederland geïntroduceerd. Aan het eind van de middeleeuwen was kaatsen onder vooral de adel, geestelijkheid en notabelen in de grote steden een zeer populaire sport. Men kaatste op binnenplaatsen of pleinen, en later op speciaal daartoe aangelegde kaatsbanen. Overblijfselen van deze kaatsbanen zijn nog in diverse steden (o.a. Harderwijk) te vinden. Men sloeg met de blote hand tegen een bal, waarbij de bal ook via de muren en schuin aflopende daken mocht rollen. Eenmaal op de grond mocht de bal slechts een keer stuiten.

 

 

Kaatsen op Straat Tot groot verdriet van de hogere klasse werd kaatsen in de vijftiende eeuw ook razend populair bij het gewone volk. De elite ontzegde daarop het volk de toegang tot de kaatsbanen. Het volk kaatste echter met volle harstocht door op straten en (kerk)pleinen. Deze hartstocht had wel tot gevolg dat soms ruiten sneuvelden en kerkdiensten werden verstoord. Het kaatsen voor het gewone volk (“boerenkaats”) verplaatste zich vervolgens gaandeweg naar het platteland en in het hele land werden kaatsverbonden opgericht. De kaatssport evolueerde zich hierdoor onder het gewone volk als een balspel, waarbij geen gebruik meer gemaakt werd van muren of aflopende daken. Uiteindelijk verruilde men de harde ondergrond voor een egaal grasveld in de open lucht. Tegelijkertijd introduceerde de elite een “teneyt”, een soort racket, in het kaatsspel. Green Dresses prom dressesHiermee kon harder geslagen kon en bleef een pijnlijke hand bespaard. Het kaatsspel met de “teneyt” vormt daarmee de voorloper van het huidige tennis. De grote overeenkomsten in de telling tussen het moderne kaatsen en tennis illustreren de afstamming van het tennis van het oude kaatsen. Halverwege de negentiende eeuw werd er bijna niet meer gekaatst in Nederland. Enkele notabelen in Franeker zagen dit met lede ogen aan en richtten in 1853 de Permanente Commissie (PC) op, die jaarlijks op de vijfde woensdag van juli een wedstrijd organiseerde. De bijna uitgestorven kaatssport werd daarmee nieuw leven ingeblazen en de “PC” ontwikkelde zich tot het Wimbledon van het kaatsen. In 1897 werd de Nederlandsche Kaatsbond (NKB) opgericht, de voorloper van de huidige Koninklijke Nederlandse Kaats Bond (KNKB). Momenteel zijn 178 verenigingen (in en buiten Friesland) met in totaal circa 20000 leden bij de KNKB aangesloten. De KNKB is zowel nationaal als internationaal actief is en het NOC NSF erkent de KNKB dan ook als “topsport” bond.

 

Wil je meer weten over de historie van het kaatsen ? Zie bijvoorbeeld J. Lolkema (1983), “Perken, parturen en koningen”, Uitgeverij Victoria, Akkrum. Of bezoek het Kaatsmuseum aan de Voorstraat 2 te Franeker (8801 LC).